Door Olav Reijers:
Een ode aan Assen. Ooit vertrokken wij vanuit de Randstad naar het noorden om voor mijn werk in Assen te gaan wonen. We hielden ons voor dat Groningen dichtbij was en we daar op elk gewenst moment vertier, cultuur en rijk gevulde winkels konden vinden. In de afgelopen twaalf jaar zijn we er nauwelijks geweest. Er bleek steeds iets te doen in Assen, het culturele en commerciële aanbod is meer dan voldoende en de menselijke maat van de stad bevalt ons erg goed.
Hebben wij dan helemaal niets te wensen? Als ik mag kiezen, dan wat meer aandacht voor het bijzondere verhaal van onze woonwijk. Wij wonen in Kloosterveen, een wijk die u in geen enkele gids aantreft. Ontstaan eind jaren ’90 aan de oostkant van de stad is de wijk inmiddels de vijfde stad van Drenthe geworden, althans wat inwonertal betreft. Direct aan de rand begint het mooie landschap van Noord-Drenthe en als het even kan, pak ik de fiets voor een tochtje naar prachtige dorpen als Zeijen, Peest en Norg.
Wat maar weinig mensen weten, is dat Kloosterveen een bijzondere geschiedenis heeft. Dat begint al met de naam. Het was lang een uitgestrekt en ontoegankelijk veengebied in eigendom van het Asser klooster. Tijdens de Reformatie werd het klooster opgeheven en kwamen de bezittingen in handen van de Landschap Drenthe, voorganger van de latere provincie. Pas met de aanleg van de Drentse Hoofdvaart in 1780 kon het veen ontgonnen worden. De Landschap verkocht de veenplaatsen aan particulieren, op voorwaarde dat ieder op zijn eigen perceel een gebouw zou neerzetten. Zo ontstond een nederzetting aan het water. De kans op een forse winst verleidde zelfs koning Willem I om een groot stuk van het Kloosterveen te kopen. Onmiddellijk ontstond ruzie over de begrenzing zodat precies op de scheiding met het koninklijk bezit een waterweg werd gegraven, de Domeinwijk, die het veld in tweeën verdeelde.
Tweede helft 19e eeuw raakte het gebied uitgeveend en werd geschikt gemaakt voor landbouw. Veenhutten werden boerderijen, afgewisseld met een zuivelfabriekje of een scheepswerf. Bij de start van de nieuwe woonwijk in 1998 lag Kloosterveen er nog precies zo bij. Wel hadden de meeste boerderijtjes inmiddels plaatsgemaakt voor woningen maar de opzet was hetzelfde. Een uitgestrekt open veld met aan de randen bewoning langs het water. In het vroegere veenmoeras erachter is nu een compleet nieuwe woonwijk verschenen. Toch kan iemand die Kloosterveen bezoekt nog steeds plekken ontdekken die het verhaal van het ontstaan vertellen. Zo staan de huizen langs het water op de plek waar de eerste ontginners hun bouwvallige hutjes hebben neergezet. De Domeinwijk is Domeinweg geworden en loopt door als fietspad tot het centrum van de wijk. Ik ben benieuwd of veel mensen weten dat hun huis op koninklijke grond is gebouwd. Helaas woon ik zelf aan de gewone kant. Had ik mij maar eerder in het verhaal moeten verdiepen.
Olav Reijers