In de beginjaren bij de landelijke omroep kreeg ik als programmamaker een breed palet aan cursussen aangeboden. Oude rotten in het radiovak leerden mij hoe de luisteraars aan het toestel gekluisterd te houden. Want ook in de jaren zeventig, zonder commerciële omroepen, waren kijk- en luistercijfers al belangrijk.
Het cursusaanbod varieerde van presentatietrainingen en het leren maken van klankbeelden tot en met het verwezenlijken van actuele reportages. Wat mij persoonlijk altijd het meest boeide, waren interviewtechnieken. Steeds weer een knots van een uitdaging om zo veel mogelijk informatie uit je gesprekpartner te halen.
Interviews verlopen nooit volgens hetzelfde patroon. In het ene geval gaat het om een toelichting op een gebeurtenis, een andere keer probeer je de geïnterviewde te verleiden tot uitspraken die goed zijn voor vette krantenkoppen. Hoe dan ook, in alle gevallen moet je als interviewer vragen stellen. Dit lijkt voor een buitenstaander misschien wel het moeilijkste van een vraaggesprek, maar dat is het beslist niet. Veel lastiger is het om goed te luisteren naar wat de ander zegt. Tussen de regels hoor je vaak interessante informatie.
Toen ik deze zomer directeur Hans Hartog van het Recreatieschap Drenthe op een hippisch symposium hoorde praten over paardentoerisme dacht ik meteen terug aan de interviewcursussen van zo’n veertig jaar geleden.
Scherp luisteren was daarin cruciaal. Voor Hans Hartog kennelijk een bekend terrein, want tijdens zijn betoog gaf hij er blijk van goed te weten wat er leeft onder het Drentse paardenvolk. En ook beseft hij dat de hippische bedrijfstak belangrijk is voor de economie. Ruim elf procent van de bevolking is geïnteresseerd in paarden. En elke paardensporter geeft per jaar meer dan 1.000 euro aan zijn sport uit. Getallen die er niet om liegen.
Bij het Recreatieschap Drenthe is dit kwartje duidelijk gevallen. De provinciale organisatie, waarin alle twaalf Drentse gemeenten samenwerken, gaat zich sterk maken voor de verdere ontwikkeling van het paardentoerisme. Aan ambitie geen gebrek. De men- en ruiterpaden in de zuidwesthoek van de provincie zijn al in kaart gebracht. En medio 2012 is heel Drenthe beschreven en getekend. Gesignaleerde knelpunten worden aangepakt en opgelost in nauw overleg met vertegenwoordigers van de sector.
Maar niet alleen de infrastructuur verdient een opknapbeurt. Ook de wijze waarop in de provincie toeristisch onderzoek plaatsvindt moet op de schop, zo vindt het Recreatieschap. En terecht. Want tot nu toe weten we veel te weinig over de omvang en betekenis van het paardentoerisme op provinciaal niveau. Een typisch voorbeeld van ‘onbekend maakt onbemind’. En zolang dit zo blijft, is het begrijpelijk dat bestuurders en beleidmakers in de provincie de sector niet altijd even serieus nemen. Dit moet anders. Het Recreatieschap Drenthe is hiervan doordrongen en neemt vanaf nu de teugels strak in handen om het paardentoerisme de sporen te geven.
Sjoerd Dijkstra,
voorzitter Vereniging Paardentoerisme Drenthe.
sjoerd-dijkstra@home.nl