Tekst – Harriët van den Heuvel

Beeld – Jaap de Ruig

“Het was de tijd dat je Veenhuizen niet in kwam als je er niks te zoeken had.”

Vanuit Amsterdam toog ze naar Veenhuizen, het dorp waar ze opgroeide, om onderzoek te doen voor haar nieuwe roman. Drie maanden wilde ze er verblijven; het werden er zestien. Er kwam namelijk iets onverwachts op het pad van schrijfster Mariët Meester…

“Ik had nog maar net mijn intrek genomen in de leegstaande pastorie, toen de directeur van het Gevangenismuseum en die van de Penitentiaire Inrichtingen Veenhuizen op de stoep stonden, met het verzoek of ik een boek wilde schrijven gebaseerd op interviews met (oud-)Veenhuizers. De oral history van het ‘koloniedorp’ Veenhuizen moest op schrift worden gesteld, vonden ze. Ik twijfelde; ik was hier met een heel ander plan gekomen, werd dat opeens aan de kant geschoven. Ik moest echt even een knop omzetten.”

Mariët stemde uiteindelijk toch toe en wilde een afspraak maken voor een eerste interview, met een vrouw van 98 jaar. “Bleek dat ze net was overleden”,  zegt Mariët. “Dat was het moment waarop ik besefte dat het vastleggen van die oral history belangrijk was. Nu zijn er nog ooggetuigen die weten hoe het was om in dat geïsoleerde gevangenisdorp Veenhuizen te wonen en te werken. Het was de tijd dat je Veenhuizen niet in kwam als je er niks te zoeken had.”

Mariët interviewde 37 mensen voor haar boek Koloniekak. De term is een begrip onder de geïnterviewde Veenhuizers. “Zo werden ze genoemd”, verklaart Mariët. “Een oud-inwoner formuleerde het treffend: ‘wij hadden schoenen; in de andere dorpen hadden ze klompen’. Niet zo vreemd opgemerkt. Veenhuizen was een ambtenarenenclave waar justitiepersoneel uit het hele land werkzaam was.”

Koloniekak beschrijft het Veenhuizen van de twintigste eeuw, grofweg tot de jaren tachtig, toen Veenhuizen ‘open’ ging en iedereen er mocht wonen, ook als hij niet gedetineerd was of werkzaam bij justitie.

Mariët: “De oudste verhalen in mijn boek dateren uit 1920. En… het is oral history, dus worden ze verteld vanuit kinderperspectief, de volwassenen uit die tijd leven immers niet meer. Thematisch vertel ik bij monde van de mensen die hier woonden over de geschiedenis van Veenhuizen in de twintigste eeuw.”

Herkenbaar? Sommige dingen wel, aldus Mariët. “Ik heb hier van mijn babytijd tot mijn achttiende gewoond en zelf de jaren zestig en zeventig in Veenhuizen bewust meegemaakt. Van de decennia ervoor wist ik wel vaag het één en ander, maar ik heb nu zoveel bijzondere verhalen opgetekend. Over de jaren dertig. Over het verzet tegen de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog. Mijn mond viel tijdens de interviews meer dan eens open. Tja, en toen had ik natuurlijk veel te veel materiaal, dus ik moest een fikse selectie maken uit alle mooie anekdotes. Dat was soms lastig…”

Na zestien maanden in Veenhuizen is Mariët onlangs weer richting Amsterdam vertrokken. Heel voldaan. “Ik heb hier met veel plezier al die maanden gewerkt én gewoond. Grappig eigenlijk: heb je de hele wereld rondgereisd en waar beland je dan? In het dorp van je jeugd, nota bene naast je ouderlijk huis!”

Koloniekak – Leven in een gevangenisdorp is een uitgave van Stichting Het Drentse Boek.

 

 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here