Het TT Circuit is een mondiale accommodatie die onder meer twee wereldkampioenschapswedstrijden op de kalender heeft staan: de WK Superbike en de alom bekende TT-races, die traditioneel plaatsvinden op de laatste zaterdag in juni. De eerste race werd georganiseerd door ‘Motorclub Assen en Omstreken‘ op 11 juli 1925 over een parcours met een lengte van 28,4 kilometer. Niet over een gladgestreken circuit, maar over klinkerwegen tussen en door Drentse dorpen. Het was meteen een groot succes. Dit evenement is jaar na jaar gegroeid en werd uitgebreid naar de huidige accommodatie: een circuit waar tweehonderd dagen per jaar wordt gereden.
Directeur Peter Oosterbaan benadrukt dat het TT Circuit voor het grootste deel een vrijwilligersorganisatie is en niet zou kunnen functioneren als er geen vrijwilligers waren. Oosterbaan: “Als alle vrijwilligers wegvallen, kan hier het hek dicht. De vrijwilliger is de kurk waar de sport in het algemeen op drijft. 1500 Vrijwilligers zijn bij ons actief in wisselende samenstellingen. Bij een klein evenement zijn er misschien maar 30 vrijwilligers actief, maar bij de TT zijn er 100.000 evenementbezoekers op de been. Alle 1500 vrijwilligers zijn dan in de weer, gedreven door hun liefde voor de motorsport. We hebben zelfs een eigen camping waar sommige vrijwilligers het hele seizoen met hun camper verblijven. Ik ben dus ook nog directeur van een gezellige camping.
De inzet van onze vrijwilligers kan onder meer bestaan uit camerawerk, er zijn EHBO’ers, artsen, Car Rescue-chauffeurs en verkeersregelaars. De activiteiten op het circuit zijn breed. We hebben twee WK motorraces met auto- en motorraces voor het Europees Kampioenschap, en nationale sportevenementen, waarvan de breedtesport een onderdeel is. En tussen al die evenementen door komen hier gedurende de week amateurs racen met hun eigen auto of motor onder de vleugels van een organisatiebureau. De internationale- en nationale evenementen vinden altijd plaats in de weekenden. Van half april tot en met november is het circuit geopend.
Als het circuit doordeweeks open is, zijn bezoekers welkom om eens een wandeling te maken langs de paddocks. Via de site of onze nieuw ontwikkelde App kun je via webcams kijken wat er bij ons allemaal gebeurt. Wij hebben 50.000 zitplaatsen, overal op het circuit is catering aanwezig, we hebben restaurants, 35 VIP-rooms, een mediazaal, een medisch centrum: eigenlijk is het bijna een complete stad. In de loop der jaren is het een enorm groot complex geworden. In de nabijgelegen TT-Hall worden in de wintermaanden veel beurzen georganiseerd en met het TT Institute start binnenkort een MBO-beroepsopleiding voor auto- en motortechniek. Het TT Circuit heeft een ongelooflijk goede naam in de wereld: Wimbledon, Grand Prix Monaco en de ‘Cathedral of Speed’, zoals we internationaal vaak worden genoemd! Wij zijn echt een begrip in de motorsportwereld. Alle grote internationale idolen van de laatste tachtig jaar hebben hier gereden en gewonnen. Men komt hier graag. Mensen, zeker in Drenthe, zijn zeer betrokken. Het circuit heet nog steeds het Circuit van Drenthe. De kunst voor ons is om trots te zijn op onze historie, maar wel met de tijd mee te blijven gaan. Anders word je een museum. De uitdaging is dat we elk jaar weer een stukje geschiedenis willen schrijven.
Naast motorraces faciliteren we een breed scala aan activiteiten, zoals autoraces, het Truckstarfestival, productintroducties, importeursdagen, motortesten, Ferrariclub-weekenden en jubilea van merken. We willen de Grand Prixs behouden. Dat was vroeger geen discussie, maar tegenwoordig wordt er wel van alle kanten aan zo’n evenement getrokken. Het ‘gevecht’ tussen onder meer de BRIC-landen om één van de 18 Grand Prixs te mogen organiseren, wordt steeds heviger. Omdat informatie steeds sneller gaat door de digitale snelweg, gaan steeds meer mensen op locatie werken.Tijdens de TT zitten hier 315 mensen van de pers. Iedereen moet zich bij ons welkom voelen, ongeacht of het een toeschouwer op een talud betreft, de sponsors in de VIP-rooms of de wereldpers. Gastvrijheid staat hoog in ons vaandel. We zitten in een zeer competitieve omgeving waar we omringd worden door kritische mensen die ons continu wijzen op de veranderingen en eisen die worden gesteld. We blijven goed om ons heen kijken. We steken veel geld en energie in het circuit, maar ook in onze vrijwilligers. Het goed uitvoeren van procedures is zeer belangrijk. Ook daar steken we tijd in om ze optimaal te krijgen.
De ‘grote jongens’ halen op hun top 340 kilometer per uur. Een motor in de Grand Prix- klasse kost meerdere miljoenen euro’s. De wedstrijden worden gehouden op 18 locaties over de hele wereld. Ze beginnen in maart en eindigen in november. Je hebt ervaring nodig om op die grote machines te rijden. Het motorpubliek wil het motorgevoel delen door met elkaar naar de wedstrijden te kijken. Het motorgevoel is in essentie een gevoel van vrijheid: je bent even los van alles.”
www.ttcircuit.com