Een lieveheersbeestje uit Twente
boekte vroeg in de lente
een bloemenwei met bungalow
bij het Westerveldse Dwingeloo
in het donders mooie Drenthe
Geen lief beestje
Als groot insectenliefhebber is de lente mijn favoriete seizoen. Na een winter vol Netflix en nix doen kom ik samen met de natuur en vooral de miniwereld weer tot leven. De tv gaat uit, het luie lijf van de bank. Lekker op zoek naar de allerkleinsten, naar al wat kruipt, vliegt en fladdert. Camera mee en genieten maar!
Als een kind zo blij ben ik wanneer ik de eerste van een soort zie, terwijl ik ook van de tweede, derde en alle opvolgende exemplaren nog vrolijk word. Vooral voor kevers heb ik een enorm zwak. Zo zat ik op 8 april jl. gelukzalig mijn eerste lieveheersbeestje van het jaar te fotograferen op een idyllisch veldje aan de rand van het bos. Helemaal in mijn element en intens genietend in het lentezonnetje. Een dag later zat ik bij de assistent van de huisarts om een verre van lief beestje uit mijn rug te laten halen. Helemaal uit mijn element en vol afschuw over die die nare parasiet in mijn lijf. De keerzijde van achteloos natuurgeluk.
Een teek dus. En achterstevoren voor de spiegel hannesend had ik hem wel de nek omgedraaid, maar er niet uitgekregen. ‘Hartstikke dood,’ zei de assistent dan ook toen ze hem zag, maar hartstikke fijn is dat niet. Want als je een teek te lijf gaat maar niet goed uit je lijf haalt, kan hij zijn maaginhoud uitspugen, inclusief schadelijke bacteriën en virussen.
Eenmaal vol in het seizoen ben ik heus op mijn hoede; stop ik mijn shirt in de broek, de broekspijpen in de sokken en vergiftig ik mezelf met Deet. Maar ook dan gaat het nog wel eens mis als ik in mijn enthousiasme toch weer zittend of liggend (!) die ene koddige hazelaarbladrolkever wil vereeuwigen. Een beestje dat overigens omgekeerd evenredig klein is in verhouding tot zijn naam. En zo heb ik thuis al vaker zo’n engerd van een teek in mijn lijf ontdekt en moest ik ook al een keer aan de antibiotica toen er een kring rondom de beet ontstond, wat duidt op de ziekte van Lyme.
Controleren is trouwens ook wel een dingetje. Die teken zijn vaak geniepig klein voor ze zich volzuigen met jouw bloed, en een lijf vol sproeten en moedervlekjes helpt ook niet echt. En aan alleen een puberzoon als huisgenoot heb ik niet direct de meest geschikte kandidaat voor een tekencheck. Hem vragen mij in mijn blootje na te kijken op nare meelifters, lijkt me geen goed idee. Hij zou er ook zeker (on)vriendelijk voor bedanken.
Hoe dan ook: ik ben gewaarschuwd en zal nu extreem voorzichtig zijn. Misschien kan ik voortaan het best gaan fotograferen in een jumpsuit met lange mouwen, handschoentjes, hoge laarzen en iets dat hoofd en nek beschermt (een niqab misschien?), alles doordrenkt met Deet. Zie daar dan nog maar eens doorheen te komen, lelijke bloedzuigers!
Nu maar hopen dat het niet te warm wordt deze zomer …