Stichting Het Drentse Landschap beheert in het Reestdal ongeveer 700 hectare oud cultuur-landschap. Het dal van de Reest s¬preekt tot de verbeelding. Een slinge¬rende beek in een kleinschalig landschap met aan weerszij¬den kleurrijke hooilan¬den, oeverwallen met de donkerrode Grote pimpernel in het late avond¬licht. En in natte tijden grote watervlakten onder vaak donkere luchten. Op de flanken van het dal bevinden zich imposante landgoe¬deren, maar ook restan¬ten van oude heide¬land¬schappen.
Oorspronkelijk, en eigenlijk geldt dat nog steeds, had de Reest geen duidelijk beginpunt. Het was het uitgestrekte hoogveengebied ter hoogte van De Lutte en Slagharen dat het overtollige water af liet sijpelen door het onbegaanbare moerasgebied dat tot in de middeleeuwen het huidige Reestdal opvulde. De venen verdwenen vanaf de negentiende eeuw als turf in de kachel. Er is niet veel terug te vinden van dit hoogveen. Toch leven er, bijvoorbeeld in het gebied Schrapveen, nog altijd bijzondere planten zoals Kleine zonnedauw, Veenpluis en wollegras die je eerder zou verwachten in een hoogveen dan langs de oevers van een laaglandbeek. Als bronnen van de huidige Reest zijn tegenwoordig enkele slootjes aan te wijzen ter hoogte van het gehucht De Tippe. Vanaf dit gebied begint de beek door het landschap te slingeren om vervolgens ruim 30 kilometers verderop, voorbij Meppel, in het Zwarte water te stromen.
Kleinschalig
Wie vanuit het weidse bovenloopgebied de beek stroomafwaarts volgt ziet het landschap duidelijk veranderen. Vanaf de kruising met de weg Hoogeveen-Ommen ligt de Reest in een echt beekdal. Ter hoogte van het heideveld van Wildenberg is dat bijvoorbeeld erg duidelijk. Het hoog en droog gelegen heideveld grenst direct aan de natte hooilanden langs de beek. Het is dan ook een van de weinige plekken in Drenthe waar je in een paar stappen van droge heide met stuifduinen tussen de Dotterbloemen kunt lopen soppen. In de gehele middenloop slingert de beek zich als het ware tussen de zandkoppen door. Deze dekzandkoppen waren de eerste plekken waar boeren zich vestigden. Omdat deze droge plekken relatief klein waren en het omliggende moerasgebied wel erg ontoegankelijk, kwam de bewoningsgeschiedenis langs de Reest veel later op gang dan langs de andere Drentse en Overijsselse beken. Pas in de middeleeuwen begon het hier een beetje leefbaar te worden. Het waren ondermeer de kloosterlingen van Dickninge die in die tijd de ergste drassigheid te lijf gingen. Er werden zandkoppen doorgraven om stagnerend water beter af te laten stromen. Het Reestdal veranderde geleidelijk van een watervoerend moeraspakket naar een beekdal met een duidelijke beekloop. Onbruikbaar moerasland werd nat kleurrijk grasland waar goed hooi te winnen was. De boeren kregen nu meer grond dan alleen de relatief kleine zandkoppen tot hun beschikking. Hiermee kwam de bedrijvigheid van de boeren langs de Reest, met in hun kielzog natuurlijk de ooievaars, pas goed op gang.
Weelde
Hoewel het voor een belangrijk deel de kloosterlingen waren die het dal omtoverden tot puik boerenland, waren het vooral de latere generaties boeren die er het grootste profijt van gingen trekken. Lang nadat de kloosterlingen verdwenen waren. Vooral langs de benedenloop was het goed toeven. Hier overstroomden de hooilanden jaarlijks met beekwater waarbij elke keer een laagje vruchtbaar slib werd afgezet. De bijzonder hoge hooiopbrengsten die hiervan het gevolg waren maakten florerende melkveebedrijven mogelijk. Ook de nabijheid van Meppel, in de 19e eeuw een van de grootste botermarkten van Nederland, droeg bij aan de rijkdom van de benedenloop. Het is dan ook geen wonder dat de meest voorname boerderijen, vaak uitgegroeid tot heuse landgoederen, langs de benedenloop zijn aan te treffen. Het klooster Dickninge werd adellijk bezit en maakte plaats voor een riddergoed. De restanten van de kloosterkerk werden pas afgebroken omstreeks 1783. Vermoedelijk waren het de monniken die het Kloosterkruid op Dickninge aanplantten. Tegenwoordig vormt dit Kloosterkruid beter bekend als Holwortel hier een van de grootste groeiplaatsen in Nederland. Kleurrijke weelde.
Eerste levensbehoefte
Een subtiel krachtenspel tussen boerengebruik en natuur leidde in enkele eeuwen tot het unieke cultuurlandschap langs de Reest. Pas halverwege de 20e eeuw begon de geleidelijkheid in deze ontwikkeling op drift te raken. Doorgeschoten schaalvergroting in de landbouw en drooglegging van het beekdal eisten hun tol. Als teken aan de wand dat de harmonie zoek raakte verdween de Ooievaar uit het Reestdal, tot dan één van de laatste bolwerken in Nederland. Vanaf de jaren zestig zetten Het Drentse en Overijssels landschap zich in voor aankoop en beheer van het Reestdal. Tegenwoordig wordt ongeveer de helft van alle gronden in het dal door de beide Landschappen beheerd. Technieken uit het traditionele boerengebruik van voor de schaalvergroting spelen hierbij, niet voor niks, een prominente rol. Een intact en natuurrijk beekdallandschap is onmisbaar als thuisland voor de Ooievaar maar ook voor een Otter.
Herstel gaat door
Het Reestdal is mooi maar het herstel van de beek is nog niet af. In 2013 is het door de overheid als icoonproject aangewezen. Dit houdt in dat er vanuit de overheid geld beschikbaar is om het beekdal nog mooier te maken. Het Waterschap Reest en Wieden is de trekker van dit project dat zich in eerste instantie richt op de middenloop. Naast natuurherstel kan het waterschap ook haar doelen op het gebied van water-vasthouden en beekherstel realiseren. Ondertussen spannen Landschap Overijssel en Het Drentse Landschap zich in om ook in andere delen van het gebied de natuur te herstellen. Hiervoor is een speciaal Reestfonds opgericht maar u kunt ook een bijdrage leveren door het prachtige boek De Reest, Beelden van een beek te bestellen.
Lezersactie
Bestel het prachtige boek over De Reest met korting
Lezers van het Drenthe Magazine krijgen € 5,– korting op de bestelling van het boek De Reest, beelden van een beek. Het boek (192 pagina’s, formaat 26 x 26 cm) kost normaal € 24,95. Bertus Boivin is de auteur en de tientallen foto’s in het boek zijn gemaakt door Harry Cock, Sake Elzinga en Henk-Jan Kievit. Stuur een e-mail naar: info@drentslandschap.nl o.v.v. lezersactie ReestDM. De aanbieding geldt tot 1 april en is exclusief verzendkosten.