In Drenthe is een spectaculair natuurgebied ontstaan.
Een plek waar natuur en hightech op een bijzondere manier zijn samengebracht. Een voormalig akkerbouwgebied is in enkele jaren omgetoverd tot een veelbelovend natuurgebied, en de plek geworden van baanbrekend sterrenkundig onderzoek. Met de aanwezigheid van de grootste radio telescoop ter wereld, en de ruimte die gegeven wordt aan natuurontwikkeling, is het een spannend en uitdagend gebeuren. Peter Bennema, door de provincie Drenthe gedetacheerd als adviseur Ruimtelijke Ordening bij ASTRON vertelt over zijn ervaringen met het LOFAR project.
Een spannend en vernieuwend project
in sterrenkunde en natuurontwikkeling
“In 2002 vroeg de provincie Drenthe of ik mij wilde verdiepen in de ontwikkelingen rond ‘het LOFAR project’. De bouw van de grootste radiotelescoop ter wereld. Ik ging werken voor ASTRON, het Nederlands Instituut voor Radioastronomie, in Dwingeloo. Ik moest rekening houden met de belangen van boeren, burgers, overheden, natuur-organisaties en wetenschappers. Dat was een echte uitdaging, want in die beginperiode hadden die wetenschappers wel wat in hun hoofd, maar ze wisten nog niet helemaal hoe LOFAR er uit zou moeten komen te zien. Dat maakte dit
project wel spannend om te doen.
Vraag was – Hoe maak je het idee van de LOFAR radiotelescoop zichtbaar? De telescoop bestaat uit clusters van antennes, die verspreid zouden komen te staan over heel Noord Nederland. Vanuit de ruimtelijke ordening ga je dan vragen stellen. Hoe ziet zo iets er dan uit? Ik kreeg schetsen die vervolgens door mij werden vertaald op topografische kaarten. ‘Bedoelen jullie dit?’ vroeg ik dan aan de wetenschappers en technische mensen van ASTRON. Drenthe zou het centrum worden van LOFAR. ASTRON had al vanaf 1956, met de bouw van de Dwingeloo telescoop en in 1970 met de
Westerbork telescoop een groot draagvlak ontwikkeld binnen Drenthe. In het stroomdal van de Hunze werd de centrale plek gevonden voor het LOFAR netwerk. Om precies te zijn; het Achterste diep in de gemeente Borger-Odoorn. Het was mij bekend dat hier al plannen lagen voor verdere natuurontwikkeling langs de beek. ASTRON heeft zijn wensen in kaart gebracht en een bestemmingsplan gemaakt. Dit is besproken met verschillende belanghebbenden zoals: Het Drentse Landschap, LTO, Waterschap Aa en Hunze, provincie Drenthe en de Milieufederatie. ASTRON stelde zich open en flexibel op, om draagvlak te creëren. Zo stelde ASTRON zelf een grens m.b.t. bouwhoogten. Antennes mochten niet hoger worden dan twee meter. Ze moesten wel passen in het landschap. Voor de technici was die beperking lastig, omdat ze de vrijheid wilden
behouden om bv antennes op elkaar te plaatsen. De eerste reactie van Het Drentse Landschap was: “Komen ze weer met zoiets mallotigs aan. Net op een plaats waar zo’n mooi open gebied ligt en natuur zich moet ontwikkelen. Komen zij aanzetten met een berg antennes.”