Een nieuwe vorm van natuur- en oertijdbeleving
Pats Boem, zonder dat ik er erg in had, staan we ineens oog in oog met een grote groep Engelse Hereford runderen. Ze kijken ons aan en kauwen onverstoorbaar op het taaie gras. Om ons heen dwarrelt het zonlicht door de bladeren, weerkaatst op een hunebed en kleurt het glooiende landschap geelgroen. In de verte zien we een grafheuvel. Hier zie en voel je aan alles dat de oudheid aan de oppervlakte ligt.
Door de geluidloze, elektrische terreinauto’s waarmee we door het gebied rijden, hoor je de geluiden van het landschap nog beter. Ze worden zo nu en dan onderbroken door de klikkende camera’s van elf medepassagiers. Opvallend zijn de geuren, die hier nog sterker binnenkomen dan op de parfumafdeling van de Bijenkorf.
Twintig minuten geleden vertrokken we vanaf Fletcher Hotel Hunzebergen, waar alle excursies van Eko-Tours beginnen. Meteen zitten we in een prachtig stuk van de Hondsrug met tal van glooiingen. Na een tijdje stoppen we bij het Hunzebos, hier vertelt de gids over de ontstaansgeschiedenis. Hoe ijstijden dit landschap hebben gevormd en enorme keien naar Drenthe hebben meegevoerd. Die keien zijn nog overal te vinden. Ook al zijn er veel gebruikt voor wegen en dijkverzwaring in ons land.
Iets verderop stuiten we op ‘De mythe van Hunsow’. Een rijke, hoog beschaafde stad, die hier volgens oude geschriften moet hebben gelegen. Onze gids Ruud Haak, tevens eigenaar van Eko-Tours, kan niet geloven dat dit verhaal niet waar zou zijn. “Er moet bewoning zijn geweest. Vijfenvijftighonderd jaar geleden leefden hier al mensen. Een onderzoeker uit de 17de eeuw heeft hier aanwijzingen gevonden en een kaart getekend met de precieze omschrijving van de stad Hunsow.“
Een schaapskudde biedt een mooi fotomoment terwijl de herder enthousiast vertelt over haar dieren. Op een kruispunt van bospaden komen we bij een hunebed, opgegraven in 1918 door de Groningse archeoloog Van Giffen. Hij vond scherven van aardewerk buiten het hunebed, een teken dat de mensen hier vroeger offers brachten of dodenmaaltijden hielden. Er is veel aardewerk teruggevonden, dat te zien is in het geheel vernieuwde Hunebedcentrum in Borger, waar je de geschiedenis van de Hunebedbouwers kunt meebeleven. Vroeger waren hunebeden heuvels in het landschap, waaronder stenen grafkamers waren gebouwd. De hunebedbouwers trokken verder het land in en lieten tot in midden-Nederland hun grafheuvels achter. In Drenthe vind je nog 300 grafheuvels en 52 hunebedden.
De meeste toeristen denken dat de uitgestrekte bosgebieden, hier al eeuwenlang liggen. Ze hebben geen idee dat de meeste bossen in Drenthe nog geen honderd jaar oud zijn. Deze bossen zijn aangeplant in de twintigerjaren als werkvoorzieningsprojecten. Op foto’s die de gids bij zich heeft, kun je goed zien dat hunebedden vroeger in een open landschap lagen. Verderop passeren we een serie grafheuvels en in een heidegebied graast weer een kudde schapen. Een mooi gelegen rond veenmeertje is aanleiding om wat te vertellen over het ontstaan van ‘pingoruïnes’. Dit zijn cirkelvormige meertjes of kraters die aan het einde van een ijstijd overbleven. Veel pingoruïnes zijn, na het afsmelten van het ijs, langzaam opgevuld met veen dat er later door de mens weer uit werd gehaald om te gebruiken als brandstof. In deze meertjes werden ook regelmatig veenlijken gevonden zoals het meisje van Yde, een van de meest bekende veenlijken in Nederland. Het Drents Museum besteedt hier uitgebreid aandacht aan.
Nergens in Nederland is de diepte van tijd zo goed voelbaar en zichtbaar als hier. In dit magische landschap begint het langzaamaan te schemeren en we spotten nog een groep reeën. Een roofvogel cirkelt boven ons hoofd, op zoek naar z’n avondmaal. De geluiden van het bos klinken steeds sterker als of ze willen zeggen; het is tijd voor jullie om naar huis te gaan.
Ruud Haak, Eko-Tours organiseert het leukste uitje op de Hondsrug
“Jaren geleden kwam ik de Nederlandse fabrikant (Frisian Motors) van de voertuigen tegen, waarmee we nu met onze deelnemers door het gebied rijden. Eigenlijk is toen het zaadje gepland en ontstond het idee, om daarmee mooie dingen te gaan doen. Excursies in groepsverband in de natuur, onder leiding van een gids, met elektrische terreinauto’s waar ze zelf in mogen rijden. Waar deelnemers allerlei kennis over de natuur en prehistorie van het gebied zou worden geboden. Ik heb een kaart gepakt van dit voor mij redelijk bekende gebied en heb er interessante plekken opgezocht om er leuke belevenissen te kunnen creëren. Zo werd de omgeving Exloo, met z’n prachtige natuur, bossen, heide, akkers en glooiingen de uitvalsbasis van mijn bedrijf.
Met m’n achtergrond als onderwijzer ben ik altijd geïnteresseerd geweest in het overbrengen van kennis. Interesse voor natuur en geschiedenis zat er altijd al in. De geschiedenis van de oudheid en de eerste bewoners van Nederland, liggen hier in Drenthe. Er valt zoveel te vertellen: over de hunebedbouwers, de grafheuvels, pingoruïnes, markestenen, sages en legendes. Die verhalen nemen we allemaal mee op onze excursies op de Hondsrug. Het gaat om de natuur, de bezienswaardigheden, het samen beleven van een groen avontuur en de mooie verhalen.
Ik wilde in de bossen gaan rijden, maar dan wel op plekken waar de meeste mensen niet mogen komen. Dan is het belangrijk dat je goede contacten hebt met terreinbeheerders als Staatsbosbeheer. Snel, nadat ik mijn verhaal aan ze had verteld waren ze enthousiast en konden we vergunninghouder worden om in het gebied te mogen rondrijden. Het idee werd gezien als een nieuwe vorm van natuurbeleving. Wat we doen is: groen, duurzaam, het maakt geen lawaai en we produceren geen CO2. Het is gewoon een leuke, kleinschalige manier om mensen de natuur en de oertijd te laten ervaren en kom je op plekken waar je anders niet zomaar komt. Met jaarlijks een paar duizend bezoekers, belasten we de natuur maar beperkt.
Zomer 2015, heb ik de knoop doorgehakt. Ik kocht elektrische voertuigen en begon in september 2016 met mijn bedrijf. Ik had gidsen nodig en gelukkig meldde de eerste zich al vanzelf. Vervolgens moesten ze opgeleid worden en kennis hebben van de natuur en het bijzondere prehistorische erfgoed dat hier ligt. Onze gidsen moeten aansprekende verhalen vertellen, en de veiligheid van de groep in de gaten houden. Met de groep die maximaal uit negentien personen bestaat, gaat altijd één gids mee en de deelnemers mogen afwisselend zelf de voertuigen besturen. Dat is een deel van de bijzondere beleving. Zeker als we door modder, plassen en zanderig terrein rijden.
We bieden het hele jaar door verschillende excursies aan met in de zomermaanden vaak twee tochten per dag. De meest gewilde is ‘Ontdek Drenthe’. Met een snelheid van maximaal 25 kilometer per uur en een duur van drie uur gaat het er relaxt aan toe. Het is geen ‘crossen in de bossen’. Soms duurt een excursie iets korter, maar meestal wat langer, dat is afhankelijk van de groep. In de winterperiode maken we kortere tochten en zoeken we halverwege een horecagelegenheid op, om even bij te komen. Samen met Staatsbosbeheer organiseren wij reeëntochten, die duren tot zonsondergang. Met Leah Groeneweg van – In het wilde weg – organiseren wij regelmatig een ‘Wilde Planten excursie.’ Dat gaat over eten in en van de natuur.
We bieden gevarieerde tochten aan, waaraan ook regelmatig buurtbewoners deelnemen. Dan horen we dat ze bijzondere plekken hebben ontdekt, die ze nog niet eerder hadden gezien. Wij mogen op plaatsen komen waar alleen boswachters toegang hebben. Stoppen op plekken, die bezienswaardig zijn en waar foto’s kunnen worden gemaakt. Gelukkig krijgen we veel positie reacties: ‘Goed verzorgd, hartstikke leuk om te doen’, horen we dan. Een grotere stimulans kun je niet krijgen.” www.eko-tours.nl