Je hebt van die plekjes… Drenthe weet je altijd weer te verrassen… Neem het Stormbos. In het najaar van 1972 vond een van de zwaarste stormen van de afgelopen eeuw plaats. Duizenden bomen legden het loodje. Al die bomen werden opgeruimd maar in een perceel in de boswachterij Exloo bleven ze liggen, als experiment. Ruim veertig jaar later is een uniek stukje bos ontstaan, grillig, mysterieus, een tikje luguber zelfs. De oude stammen gaan schuil onder een dikke laag mos, als reuzen die slapen maar elk moment hun dekens af kunnen gooien. Uit de stammen zijn nieuwe bomen gegroeid, vol levenslust. Zag zo het oerbos in de tijd van de hunebedbouwers eruit? Leuke gedachte om mee te spelen…
We lopen verder over het smalle pad. Aan het einde staan Brigitte en Lex ons op te wachten. Brigitte is koetsier en medewerker van manege Les Chevaux in Buinen. Lex is haar paard, de Haflinger trekt de kar waarin we een plekje zoeken. Met paard en wagen rondrijden door de bossen op de Hondsrug is een belevenis, zeker voor jonge kinderen als Quinten (8) en Kaylah (6). En de pret wordt nog eens verhoogd omdat opa en oma ook van de partij zijn. Eerder op de dag heeft het geregend. De takken over de paden hangen laag, druppen na van het hemelvocht. De kinderen hebben er plezier om want zeg nou eerlijk: wat is er leuker dan dat opa de volle lading krijgt? Geen groter vermaak dan leedvermaak…
Brigitte is een geboren gids. Ze vertelt over de omgeving en ment Lex losjes met een hand. ‘Zie je hoe het hier glooit?’ Vanaf de bosrand wijst ze naar de akkers waar we net tussendoor reden. Door de strakke vorens op de pas geploegde akkers komt het reliëf duidelijk naar voren. ‘De hoogteverschillen zijn te danken aan de voorlaatste ijstijd. Het is moeilijk voor te stellen, maar Noord-Nederland was toen bedekt met een honderden meters dikke laag ijs. Dat ijs kroop langzaam steeds iets verder op en drukte met zoveel kracht tegen het land dat er heuvels ontstonden. En toen het ijs smolt sleet het water dat vrijkwam dalen in het landschap. Zo is de Hondsrug ontstaan.’
Met het ijs kwamen ook de zwerfstenen die je overal op de Hondsrug tegenkomt. De breedste paden van het bos zijn ermee aangelegd – en dat voel je als je met de kar er overheen rijdt… Dat bos is trouwens minder oud dan dat je misschien denkt. Een eeuw geleden was het grootste deel van Drenthe nog bedekt met heide. Het diende om de schapen te laten grazen. Maar met de komst van kunstmest werden de schapen overbodig – en zo ook de heide. Als werkverschaffing werden werklozen gedwongen er bos op aan te planten. Brigitte wijst naar de bomen die in de meeste percelen keurig in rijen staan. De keien die tijdens de werkzaamheden werden gevonden, kregen een plekje in de paden.
Midden in de bossen staan we plots voor een open ruimte, enkele honderden meters in omtrek, met alleen heide en paar opgeschoten beuken. Brigitte wijst naar de plek aan de overkant waar ze ons dadelijk weer zal oppikken. We stappen uit, de kinderen rennen de diepte in die voor hen ligt. De kuil is een pingoruïne, een volgend bewijs van de ijstijden, deze keer van de laatste ijstijd, toen het ijs ons land niet bereikte maar het hier wel Siberisch koud was. Drenthe kent verscheidene pingoruïnes. Vrijwel allemaal leiden ze een leven als veentje, maar door deze kun je lopen omdat hier op de Hondsrug de bodem het water doorlaat. Bij het diepste punt van de kuil sta ik even stil. Ik kijk om me heen: je voelt je opeens heel klein wanneer je beseft met welke krachten de natuur dit landschap vormde….
Volgende stop, een hunebed, het icoon van Drenthe. ‘Mogen we erop klimmen?’ Hoe bekend ze ook zijn, de hunebedden blijven fascineren. Nauwelijks voor te stellen dat deze kale stenen vroeger dienden als grafkelders, bijna geheel schuil gingen onder een laag zand. Welke taferelen hebben zich hier afgespeeld? En de vraag die altijd weer opkomt: hoe speelden ze het meer dan vijfduizend jaar geleden klaar om die stenen op elkaar te krijgen. Niet vreemd dat de oude Drenten dachten dat reuzen er de hand in hadden.
Brigitte rijgt de bijzondere plekjes op de Hondsrug aaneen, dat is het voordeel van het op stap gaan met een gids. We passeren grafheuvels – net zo mysterieus als de hunebedden – en een steen midden in het bos die de grens markeert van de marken – dorpsgebieden – van Buinen, Ees en Exloo. Die steen werd stiekem nog wel eens een stukje opgeschoven, ten koste uiteraard van het naastliggende dorp. Vandaar dat besloten werd een eik te poten naast de steen, die bleef tenminste staan. De tocht nadert zijn einde. Petje af voor Lex, je moet het maar doen, een familie over al die glooiingen trekken. Als beloning krijgt hij de vrije teugel, mag hij eindelijk even lekker in galop. Op de kar zetten we ons schrap. ‘Pas op Tak!’ Maar opa is gewaarschuwd…