Na een afwezigheid van eeuwen zwemmen er weer bevers rond in Drenthe en Groningen. Het Drentse en Het Groninger Landschap hebben vanaf 2008 bevers uitgezet langs de Hunze en het Zuidlaardermeer. Het uitzetproject Beversindehunze.nl heeft als doel een levensvatbare beverpopulatie te krijgen in Noordelijk Nederland. De herintroductie van de bever past in het bredere streven van de beide provinciale landschappen om meer ruimte voor natuurlijke processen te krijgen in het stroomdal van de Hunze.
ONTWIKKELINGEN
In 2010 werden de eerste in Drenthe geboren jongen gesignaleerd. Aan de Groninger oevers van het Zuidlaardermeer werden in 2011 de eerste jongen geboren. Paartjes die eenmaal jongen hebben gekregen blijken in de daarop volgende jaren meestal ook jongen te krijgen. Meestal 2 tot 3 per jaar. Tegenwoordig zwemmen er al ongeveer 60 tot 70 bevers rond in Groningen en Drenthe. Dat zijn er al ruim drie keer zoveel dan er uitgezet zijn. De meeste bevers zijn aanwezig in het uitzetgebied Hunze en Zuidlaardermeer. Maar ook in het Drentse Aa gebied zijn ondertussen enkele bevers aanwezig. Hoewel het aantal bevers gestaag groeit, lijkt de ruimtelijke uitbreiding nog vrij langzaam te gaan. Jonge dieren blijven dan ook twee jaar bij hun ouders in het gebied waar ze geboren zijn. Vrijwel alle ouderpaartjes hebben dan ook jongen van verschillende leeftijden bij zich. Na het tweede jaar gaat een deel van de jongen op zoek naar een plek voor zichzelf. Het lijkt er tot nu toe op dat de meeste dieren in de directe omgeving een plekje voor zich zelf kunnen vinden. Kennelijk is er binnen het Hunze en Zuidlaardermeer gebied nog volop ruimte voor deze nieuwelingen. Nieuwe vestigingen van bevers over grotere afstand komen dan ook
nog maar mondjesmaat op gang. De verwachting is wel dat dat de komende jaren meer gaat gebeuren naarmate de Hunze en het Zuidlaardermeer vol raken. De dieren zullen zich dan geleidelijk verder verspreiden via beken en andere watergangen over geheel Noord Nederland.
De Bevers hebben het naar hun zin langs de hunze en het zuidlaardermeer
TOEKOMST
Het herintroductieproject in de noordelijke provincies is opgezet om de bevers hun natuurlijke rol terug te geven in de ontwikkeling van natuurwaarden langs de Hunze en het Zuidlaardermeer. Veel dieren en planten profiteren van de aanwezigheid van bevers in een gebied. Bekend is bijvoorbeeld dat otters kunnen profiteren van de aanwezigheid van bevers. Er is dan ook al eens een otter gesignaleerd die zijn intrek had genomen in een beverburcht bij het Zuidlaardermeer. Otters bouwen zelf geen burcht of hol dus zijn onbewoonde beverburchten aantrekkelijke schuil- en overwinteringsplekken voor otters. Dat bevers de rol van natuurlijke landschapsbeheerder oppakken blijkt onder meer uit de plaatselijk stevige aanpak van bosopslag in de oeverzone van het meer. Door open plekken in monotoon wilgenopslag te vreten ontstaat er weer meer ruimte voor riet en andere plantengroei. In het Annermoeras en de Elzemaat moest tot voor kort nog jaarlijks de bosopslag langs het water worden afgemaaid om het gebied open te houden. Deze klus is ondertussen volledig door de bevers overgenomen. Het jonge hout langs de waterkant wordt nu regelmatig afgeknaagd. Omdat de boompjes vervolgens ook weer uitgroeien blijven de bevers verzekerd van voldoende houtgewas en wij van een gewaardeerd open Hunze landschap. De resultaten laten zien dat bevers het in noordelijk Nederland goed naar de zin hebben. Er worden nu volop jongen geboren en de noordelijke beverpopulatie ontwikkeld zich goed. Het ziet er naar uit dat verdere bijplaatsingen van bevers niet meer noodzakelijk zijn. De bevers zijn weer helemaal terug van weggeweest.