De rol en de functie van propaganda is ons allen duidelijk: de verheerlijking van een regime of leider met de bijbehorende ideologie. We kennen diverse vormen van propaganda; het geschreven en gesproken woord, en de beeldtaal als een belangrijk medium. Bij dit laatste zijn kunst en kunstenaars belangrijk. Door de eeuwen heen zijn zij steeds ingezet om staatsdoelen, revolutionaire idealen en ideeën te verbeelden om het publiek van de kracht en de juistheid ervan te doordringen. Deze kunst is voornamelijk figuratief, je kunt op de schilderijen altijd iets herkennen om je mee te identificeren. Het is daarom dat alle figuratieve kunst vaak in de propagandahoek wordt neergezet. Tot grote frustratie van de betreffende kunstenaars, die geen propaganda of reclame voor ogen hebben. Zij beroepen zich op hun autonomie, ofwel de scheiding tussen kunst en staat.
Het Drents Museum speelt met deze hedendaagse manier van oordelen. Het museum toont hedendaagse figuratieve kunst naast kunst van de revolutie, propaganda van de staat en/of van het regime. Zo was er eerst de tentoonstelling De Sovjet Mythe en nu de Noord-Koreaanse propagandakunst in De Kim Utopie.
Van de Sovjet Mythe-tentoonstelling hebben we geleerd dat naast de verschrikkelijke gebeurtenissen uit de tijd rond 1935 in Rusland, een heel ander positief leven werd voorgespiegeld. De Russen beleefden de kunstwerken als een droom, die voor hen helaas nooit werkelijkheid is geworden. De verschrikkelijkheden uit deze tijd zijn weggestopt, vergeten en verwerkt, maar de schilderijen zijn gebleven. Los van de context werken ze nog steeds als propaganda. Er waren tot mijn ontsteltenis nog steeds bezoekers die spraken over de mooie schilderijen uit die fantastische tijd, ondanks de realiteitscheck van de flankerende tentoonstelling over het werkelijke leven in die tijd. Wat zegt dat over onze maatschappij en ons historisch bewustzijn? Wat zegt dat over de mens? Feitelijk niets, want niets is zo weerbarstig als de mens. En er waren gelukkig vele bezoekers die wel zagen wat er aan de hand was.
We blijven kunst tonen met een propagandistische grondslag. Om erop te blijven wijzen dat er andere tijden waren, en zijn. Omdat we aandacht vragen voor de positie van de kunstenaar. En om te laten zien dat Nederlandse musea zich bewust zijn wat een al te grote overheidsbemoeienis met kunst kan doen. De Kim Utopie is een volgend voorbeeld. De schilderijen zijn gemaakt in kunststudio’s van de staat met als doel om revolutionaire kunst te ontwikkelen, die nationalistisch van aard is, met een socialistische inhoud. Zoiets zou ook in het huidige Nederlandse politieke klimaat gezegd kunnen worden. Maar als we kijken wat er daadwerkelijk mee bedoeld wordt, dan kan het nooit de richting zijn waar we op willen. Dat hebben de regimes die dit soort kunst propageren gelukkig voor ons al afdoende bewezen. U kunt dat met eigen ogen komen bekijken vanaf 3 april.