35 jaar is Sake al fotograaf. Hij wist al vanaf z’n tiende wat hij wilde gaan worden. Op z’n twaalfde werkte hij al bij de plaatselijke fotograaf om wat zakgeld te verdienen. Na de opleiding aan de Fotovakschool in Apeldoorn was hij werkzaam als fotolaborant. In 1981 werd hij zelfstandig fotograaf. Sinds 1987 was hij vaste fotocorrespondent voor NRC Handelsblad. Voor zijn werk ontving hij verschillende prijzen, waaronder in 1990 een tweede prijs in de categorie Sport van de World Press Photo. Ook werd Elzinga tweemaal onderscheiden met een Zilveren Camera.
“De kamer van de voormalige Commandantswoning van Kamp Westerbork, ziet er als je er nu komt totaal anders uit. Dit beeld is genomen de allereerste keer dat ik er binnenkwam. Ik werd gefascineerd door het licht op het parket en het vocht dat naar boven was getrokken. De verweerde ruimte komt goed uit in vierkante vorm die ik heb gekozen. Ik houd van het vierkante beeld. Mijn composities komen er mooi in uit. Ik probeer in mijn foto’s de ziel te conserveren. Het is geslaagd als mensen bij het zien van deze foto zeggen, ik heb het gevoel in het huis van de kampcommandant ben geweest. Die sfeer daar gaat het om.
Ik ben blij dat ik van mijn opdrachtgevers de mogelijkheid krijg, bijzondere ruimtes te mogen betreden. Normaal zijn deze ruimtes niet toegankelijk voor publiek. Ik kan snel werken als het moet en heb betrekkelijk weinig hulpmiddelen nodig om een interieur te fotograferen. Meestal probeer ik mijn beelden met bestaand licht vast te leggen. Ik stel één beeld samen, van opnames waarbij verschillende belichtingen zijn toegepast. De uitdaging is, een natuurlijk verloop in dit beeld te houden. Soms maak ik van statief wel acht tot twintig verschillende opnamen van één beeld. Wil je zo’n ruimte met kunstlicht gaan uitlichten, dan ben je er nog langer mee bezig. Ik word gelukkig steeds handiger in het bewerken beeld. Deze techniek maakt, dat ik wel een halve dag bezig ben met het maken van één foto. Zo heb ik veel interieurs gefotografeerd langs de Reest.
Heel veel dingen moet je van te voren goed plannen. Die foto, van het koningspaar in Assen bijvoorbeeld. Dat is niet zo maar even bedacht en gemaakt. Daar heb ik van tevoren goed over nagedacht. Waar zal ik gaan staan, welke lens ga ik nemen, waar komt het licht vandaan. Het is een klassieke ‘kijkfoto’ geworden. Over 20/30 jaar zal er nog naar dit beeld worden gekeken, van het eerste bezoek van de koning aan Assen. Het laat alles zien hoe het zit, alles klopt in dit beeld. Compositorisch is het misschien niet helemaal perfect . Vroeger zou ik gedacht hebben, wat zit er een hoop rommel in dit beeld. Dit beeld gaat, daar ben ik van overtuigd, een historische foto worden die de boeken haalt. Een echte kijkfoto, waar je de kinderen ziet fotograferen met hun mobieltjes, de betonblokken die geplaats zijn na het gebeuren in Apeldoorn, de bus, alle beveiligers erom heen. Alle essentiële informatie in één beeld.
Je kunt tegenwoordig simpel een plaatje schieten, maar er worden maar weinig goede foto’s gemaakt. Beelden werden iconisch, door het perfecte evenwicht tussen vorm en inhoud. Een goede foto wordt een iconisch beeld en zal je terug vinden in veel verschillende publicaties. Als een iconisch beeld is ontstaan voel ik dat snel aan. De foto’s die ik heb gemaakt van bijvoorbeeld: Cruyff, Tsjernobyl , de Paralympische spelen of Harry Muskee zijn daar voorbeelden van. Ik weet dat ik eigenwijs kan zijn. Maar ik ben ook flexibel, kan snel werken, kan makkelijk met mensen omgaan en ben overal inzetbaar. Ja, je mag mij een allrounder noemen. Gelukkig zeggen mensen uit het vak dat ze onmiddellijk mijn werk herkennen.
Voor mijn gevoel ben ik mijn hele leven met beelden bezig geweest. Ze fascineerden mij als kleine jongentje al . Elke keer als ik een foto maak is er een herinnering geboren. Ik heb zo waanzinnig veel materiaal, dat wil je niet weten. Ik verzamel ook veel oude antieke foto’s. Een Daguerreotype en talloze oude fototoestellen liggen bij mij op de plank. Voorlopig ben ik nog niet uitgekeken.”