Pingoruïnes de natuurlijke schatkamers van Drenthe

Anja Verbers*

 

Pingoruïnes zijn de natuurlijke schatkamers van Drenthe.                                          Drenthe kent een zeer hoge dichtheid aan mogelijke pingoruïnes, zo’n 2500! Deze laagtes in het landschap, vaak kleine ronde watertjes, worden soms dobbes genoemd worden. De meeste zijn in het verleden uitgeveend, met name in de Tweede Wereldoorlog. Men had het veen nodig om turf te kunnen stoken. Veel mogelijke pingoruïnes kun je niet zomaar zien, het zijn natte plekken in het land, een drassig stukje grond, of zelfs laagtes in het bos. Ze liggen niet alleen in de natuurgebieden, maar ook in het agrarisch cultuurlandschap.

Een pingoruïne is een restant van een pingo. Een ijslens die zich vormde aan het oppervlak in de laatste fase van de laatste ijstijd, het Weichselien, zo’n 15.000 jaar geleden. Diep en onbevroren grondwater, wist door de permanent bevroren bodem heen te breken. Zodra het aan het oppervlak kwam, bevroor het. Dit proces zorgde voor heuvels van zo’n 40-50 meter hoogte met een doorsnede van 75 tot 200 meter. In de laatste fase van het Weichselien, de laatste ijstijd, smolt het ijs en bleven er met water gevulde laagtes over. Soms een mooie randwal: de pingoruïne (fig. 1).

 

Pingo

 

                                                    Grote Diepte

Pingoruïnes kunnen wel 20 meter diep zijn! Daarmee onderscheiden ze zich van vennen en uitblazingskommen. Die werden gevormd doordat de wind het dekzand wegblies, tot op de natte ondergrond. Daar verliest de wind het van het natte zand. De meeste pingoruïnes zijn zo’n 3 tot 8 meter diep. In de open watertjes van de pingoruïnes bezonk organisch materiaal, van algen, wieren, drijvende planten etc. Dit sediment  wordt gyttja genoemd. Na de ijstijd, toen ook de bodem helemaal ontdooid was en de grondwaterspiegel steeg, vernatte de depressies. Hoe dieper de kom, hoe vroeger hij vernatte en hoe eerder er veen kon groeien. Dat is bij diepe pingoruïnes dus veel vroeger dan bij ondiepe vennen.

Pingoruïnes in natuurgebieden worden vaak gekoesterd als waardevolle locaties, plekjes waar de Kamsalamander leeft en het mooie witte Veenpluis bloeit. Het beheer bestaat vooral uit het open houden van de plek, het verwijderen van opslag, maaien en af en toe de boel weer openmaken als het open water dreigt te verlanden.

Pingoruïne

Natuurlijke schatkamers

Wat pingoruïnes zo bijzonder maakt is dat ze, naast het feit dat het mooie natuurlijke plekjes zijn, vaak nog een gave veenvulling hebben. Deze veenvulling is onze ‘natuurlijke schatkamer’ met een archief van alles wat er in de loop der eeuwen op locatie en in de directe omgeving is gebeurd. In het gunstigste geval is de vulling nog gaaf en kan het ons het geschiedenisverhaal vertellen van de afgelopen 13.000 jaar!

Zo slingeren er karrensporen omheen uit de vroege middeleeuwen, werden er mensen in geofferd waarvan het meisje van Yde de bekendste is, werd er boekweit verbouwd en er werd veen gestoken. En hoeveel Drenten hebben er niet op leren schaatsen of in leren zwemmen in een pingo?

 

Pingo Programma

Om meer te weten te komen over pingo’s is er in Drenthe een Pingo Programma opgesteld. In dit programma is aandacht voor Wetenschappelijk onderzoek, Beheer & Beleid en Recreatie & Educatie. Landschapsbeheer Drenthe coördineert dat programma. We willen op alle niveaus kennis ontwikkelen en delen, zodat we kunnen vaststellen of Drenthe inderdaad de meeste pingoruïnes van de wereld heeft. Maar ook of het model van hoe ze zijn ontstaan nog wel klopt, en of dit aangepast moet worden. Onderzoekers gaan aan de slag in het veld en in archieven.

We willen basisscholen betrekken en er wordt nagedacht over het beheer; doen we het wel goed, moet het misschien anders, en hoe dan? Waar kunnen we gave locaties vinden? Tot slot willen we deze landschapselementen samen met vrijwilligers zichtbaar en beleefbaar maken voor inwoners en recreanten.

Het is een  breed programma met een hoge ambitie, maar we kunnen onmogelijk alle locaties fysiek onderzoeken. Daarom willen we eigenaren en landschapskenners vragen naar informatie over locaties. Onder leiding van Landschapsbeheer Drenthe worden velddagen georganiseerd met kinderen of volwassenen. Er zijn inmiddels diverse groepen waarmee we samen onderzoek hebben gedaan naar ‘hun’ locatie. Maar ook met leerlingen van middelbare scholen hebben we veel locaties onderzocht. Inmiddels is er na twee jaar Pingo Programma van zo’n 150 locaties bekend of het we of geen pingoruïnes zijn. En ook is er een interessante website, met verhalen, beschrijvingen van onderzoek locaties en een interactieve kaart: www.pingoruines.nl. Langzaam krijgen we meer zicht op de pingoruïnes in Drenthe en met al deze informatie kunnen wetenschappers nieuwe onderzoeken opstarten naar de details.

*A. Verbers is senior projectleider bij Landschapsbeheer Drenthe.

 

 

  1. Heeft u ook belangstelling, wilt u meewerken of heeft u informatie? Neem gerust contact op met Anja Verbers (a.verbers@lbdrenthe.nl/ 06 55 68 97 00).

 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here